Het volgen van de ontwikkeling


Naar de schoolgids index


Het volgen van de ontwikkeling

De zorg voor de individuele leerling is in eerste instantie een taak van de groepsleerkrachten.Het beleid van de overheid is er al jaren op gericht dat kinderen met ontwikkelingsproblemen zoveel mogelijk in de basisscholen blijven en dat in die scholen de “zorgbreedte” vergroot wordt.

Het is een uitdagende maar zeker geen eenvoudige opdracht om voor alle kinderen onderwijs op maat, passend onderwijs te bieden. Een goed zorgsysteem, zodat de groepsleerkrachten tijdig kunnen signaleren, extra hulp bieden en/of hulp erbij inschakelen, is hierbij noodzakelijk. Hoe dit zorgsysteem in elkaar zit kunt u in de volgende paragrafen lezen.

Het leerlingvolgsysteem

Het leerlingvolgsysteem is een hulpmiddel om op een systematische manier van alle kinderen de vorderingen over langere periodes in kaart te brengen. Het stelt de leerkracht in staat vast te stellen of de ontwikkeling van de kinderen naar wens verloopt.

Tevens vormt het een onderdeel van ons zorgsysteem. Het leerlingvolgsysteem biedt in de registratie een overzichtelijk inzicht in de ontwikkeling van de kinderen. Met de gegevens uit het leerlingvolgsysteem heeft de school tevens een goed beeld van de kwaliteit van het onderwijs. 

Door goed te observeren en te signaleren kan de leerkracht de pedagogische en didactische begeleiding zo optimaal mogelijk maken. Hierbij gaat het niet alleen om het resultaat van het werk van de kinderen, maar evenzeer om de manier waarop het kind tot een resultaat is gekomen.

Aan de hand van het leerlingvolgsysteem wordt gesignaleerd of er problemen zijn. De resultaten worden vastgelegd in de dossiers van de leerlingen. 

Ons leerlingvolgsysteem bestaat o.a. uit:

  • Observatie-instrument Kijk! in de groepen 1-2
  • Cito LOVS voor de groepen 1 t/m 8, volgt de ontwikkeling van de leerlingen op leergebied
  • Viseon, om de sociaal-emotionele ontwikkeling in beeld te krijgen
  • DHH, voor het signaleren van kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong
  • Methodegebonden toetsen

In de toetskalender staan bovengenoemde instrumenten opgenomen (met uitzondering van de methodegebonden toetsen).

Daarnaast maken we gebruik van nog een aantal aanvullende toetsen die afgenomen worden om kinderen beter in beeld te krijgen. Hoe en wanneer deze toetsen ingezet worden staat beschreven in het zorgplan.

Een belangrijke bron over welzijn en welbevinden is het kindgesprek. Minimaal drie maal per jaar wordt met kinderen een gesprek gevoerd met dit als onderwerp.

De gegevens uit het leerlingvolgsysteem worden samengevat in een groepsvolgkaart. Deze kaart is een samenvatting van de onderwijsbehoefte, de ontwikkeling en de handelswijze voor ieder kind. 

De gegevens over speciale hulp voor zorgleerlingen worden in het leerlingvolgsysteem vastgelegd. Dit gebeurt op een ordelijke en overzichtelijke manier voor anderen, zodanig dat beslissingen genomen kunnen worden. 

Met behulp van het leerlingvolgsysteem en de methodegebonden toetsen stelt de leerkracht twee à drie maal per jaar vast of:

  • de kinderen voldoende vooruit gaan;
  • de leerstof op het niveau van de leerling is afgestemd;
  • kinderen extra hulp nodig hebben;
  • kinderen meer uitdaging nodig hebben;
  • verbeteringen in het onderwijsgedrag van de leerkracht nodig zijn;
  • onderdelen van het onderwijsprogramma voor verbetering in aanmerking komen.

Download deze pagina Download de gehele schoolgids